
Toen Sehrish Raja in Gent naar de middelbare school ging, mocht ze daar geen hoofddoek dragen. Dat was confronterend. “Als persoon van kleur in het onderwijs heb je het gevoel je meer te moeten bewijzen. Je wil zo min mogelijk verschillen van je klasgenoten. Je houdt je in.” Toen Sehrish overging naar het hoger onderwijs, vond ze een nieuwe vrijheid. Ze mocht zich kleden hoe ze wilde, maar kwam in een weinig diverse richting terecht, de rechtenopleiding aan de universiteit.
Hoe ging ze een carrière in de advocatuur aanpakken met haar hoofddoek? Dat zou ze wel zien, wanneer het zo ver was. Sehrish wist dat er geen verandering mogelijk was, als ze het niet probeerde. Haar omgeving op de universiteit ontbrak aan representatie. In het vak Multiculturaliteit en Recht kreeg Sehrish de kans om aan een echte casus mee te werken. Zo leerde ze Saïla Ouald Chaib kennen, een onderzoekster aan de UGent die ook een hoofddoek draagt en zo een rolmodel werd voor Sehrish. Als pionierstudente was Sehrish zélf rolmodel voor studenten die bij haar steun vonden.
Haar stageplek werd een gekoesterde werkplek. Bij Antigone Advocaten in Antwerpen werkt ze voornamelijk met vluchtelingen en migranten. “Ik heb een enorm positieve ervaring gehad, maar we zijn een atypisch kantoor. Dat neemt niet weg dat erg veel vrouwen met hoofddoek moeilijkheden ondervinden in de advocatuur.” Tussen haar cliënten en haarzelf is er veel herkenning: “Ik ben een persoon van kleur en toon hen dat die ook de dienstverlener kan zijn. Dat creëert een vertrouwensband. We hebben een gedeelde achtergrond en daarom kunnen we elkaar begrijpen.”
Dan was er nog de kwestie van de rechtbank. Sehrish’ stagemeester en voorzitter van de Liga voor Mensenrechten Kati Verstrepen moedigde haar aan om de eed af te leggen, zonder eerst toestemming te vragen of ze dat met haar hoofddoek aan mocht doen. Slechts enkele jaren geleden werd dat nog expliciet geweigerd. Sehrish voelt zich vandaag gesterkt door haar collega’s en Kati. “Ik hoor verhalen over vrouwen die hun droom om in de rechten te werken opzij zetten, vanwege hun hoofddoek. Niemand zou haar droom opzij moeten zetten omwille van wie ze is. Het is jammer dat mensen die een hoofddoek dragen een compromis moeten sluiten tussen wat ze willen en wie ze zijn.”
Om die afstand te kunnen overbruggen, is er nog heel wat werk op een structureel niveau. Sehrish gelooft in de kracht van de gemeenschap: “Je moet bijvoorbeeld ook niet homoseksueel zijn om LGBTQIA+ rechten te verdedigen. Je moet niet moslim zijn om moslimrechten te verdedigen.”
Antwerpen, de stad waarin Sehrish werkt, is een multiculturele hub, maar ook daar krijgen mensen met een diverse achtergrond nog steeds geen gelijke kansen. Er blijft te weinig doorstroming naar de hoger opgeleide jobs: “Het is niet dat mensen met een andere achtergrond het vermogen niet hebben alle soort jobs uit te oefenen, maar in België geraken ze er vaak niet. Er is een tekort aan leerkrachten en toch wordt de hoofddoek in het onderwijs op vele plekken niet toegelaten.”
“De term ‘levensbeschouwelijke tekens’ is gangbaar op de universiteit en het is ook een juridische term, maar we weten allemaal dat de focus ligt op de hoofddoek. De negativiteit errond is onlosmakelijk verbonden met islamofobie. Bij het thema ‘levensbeschouwelijke tekens’ draait het vaak om neutraliteit, dat is een loos concept. Willen we het echt? Willen we er allemaal hetzelfde uitzien?” vraagt Sehrish zich af.
Als een ‘gesluierde feminist’ schrijft Sehrish blogs voor MO* Magazine. Daarmee klaagt ze de misvatting aan dat het beoefenen van de islam en het voorvechten van vrouwenrechten niet hand in hand kunnen gaan. Het is allemaal deel van haar gelaagde identiteit: “Ik kan de islam beoefenen en tegelijkertijd vechten voor vrouwenrechten, ik kan moeder zijn, ik kan advocaat zijn. We hebben recht op een identiteit.”
Tekst: Camilla Peeters