Verbod op levensbeschouwelijke kenmerken maakt emancipatorische opdracht moeilijker

Lees het volledige standpunt hier.

Aanbieders van leer-, werk- en stageplaatsen verbieden studenten soms om levensbeschouwelijke kentekens te dragen. Sommige studenten vinden bijgevolg geen stageplek, met alle gevolgen van dien. De Associatie Universiteit & Hogescholen Antwerpen (AUHA) wil in gesprek gaan met bedrijven en organisaties en hen vragen of zo’n verbod echt wel nodig is.

Levensbeschouwelijke diversiteit is vandaag in de maatschappij een feit. De partnerinstellingen van de AUHA (UAntwerpen, Karel de Grote Hogeschool, AP Hogeschool en Antwerp Maritime Academy (HZS)) kiezen daarom voor een actief pluralistisch beleid, dat openheid en respect voor diversiteit en verscheidenheid veronderstelt.

Beperkter aantal plaatsen

De instellingen stellen vandaag vast dat sommige externe leer-, werk- en stageplaatsen studenten weigeren omdat ze levensbeschouwelijke kentekens dragen. Jan van den Nieuwenhuijzen, voorzitter van de AUHA: “Deze studenten krijgen op die manier niet de kans om hun competenties te bewijzen. Zeker in het steeds diversere Antwerpen kan dat tot fricties leiden: in de stad Antwerpen heeft 57,3% van de 15- tot 19-jarigen een niet-Europese herkomst (Stad in cijfers, 2021).”

Omdat niet alle stage-aanbieders levensbeschouwelijke kentekens aanvaarden, wordt het aantal stageplaatsen beperkter en vinden sommige studenten geen plek. Dat leidt er mogelijk toe dat zij hun diploma niet kunnen behalen. Dat is demotiverend voor de studenten, maar kan ook problematisch zijn voor knelpuntberoepen en sectoren waar er zich een tekort voordoet op de arbeidsmarkt (bijvoorbeeld in het onderwijs, verpleegkundigen, huisartsen …).

Negatief welbevinden

Bovendien kan de weigering om levensbeschouwelijke kentekens te mogen dragen, een negatief effect hebben op de identiteitsbeleving en het veiligheidsgevoel. Dat leidt soms tot een negatief welbevinden en het onderpresteren van de student.

De Antwerpse associatie erkent enerzijds dat overheden, instellingen, bedrijven en andere organisaties eigen redenen kunnen hebben om het dragen van levensbeschouwelijke kenmerken te reglementeren en aldus te beperken. Anderzijds zou het recht op het dragen van levensbeschouwelijke kentekens de regel moeten zijn, en de beperking daarvan de uitzondering. Daarom willen de hogeronderwijsinstellingen partner per partner in gesprek gaan en de vraag stellen of zo’n verbod echt wel nodig is.